IM-Wales: hét wedstrijdverslag

Hoe haal je met brio een Kona-slot binnen? Hieronder een uitgebreide wedstrijdhandleiding, veel leesplezier!

Door Dieter Janssens

Nu kon ik bijna echt niet anders dan jullie een verslag te bezorgen van hoe IM Wales verlopen is. Niet alleen omdat het resultaat er wel mag wezen maar ook en vooral omdat het echt een gewéldige Ironman is om te doen. Een zwaar fiets- en loopparkoers waar het noch de sterke, gespierde fietsbikkel noch de supersnelle loper met de vederlichte tred is die het wedstrijdlaken naar zich toe kunnen trekken, maar waar het de uomo de ferris universalis is die zijn kansen ziet stijgen. Dat is alvast toch mijn indruk.

Er zijn tov vorige editie enkele kleine aanpassingen geweest aan het zwemmen en lopen, het fietsparkoers daarentegen is zover ik kan opmaken nagenoeg volledig hetzelfde. bij het zwemmen hebben ze de mogelijkheid voor een valse start zoals vorig jaar uitgeschakeld door iedereen eerst 150m recht in zee te sturen naar een eerste ‘boei’ (lees dingy bootje met vlag) die langs rechts gerond moest worden om dan links weg van Tenby naar eerste echte boei te zwemmen. Daarna terug naar Tenby richting tweede boei, zo terug naar het strand met australian exit voor een tweede rondje zeezwemmen. Bij het lopen keerden we een  200 meter al voor het grote rond punt daar waar ze vorig jaar (denk ik) bijna tot aan het rond punt moesten. Verder hebben ze het rondje kasteellopen eruit gehaald, maar ter compensatie voor al die verloren afstand hebben ze er een 3de keerpunt ingestopt, net voor Tenby, aan de trappen van North Beach, sturen ze iedereen links (berg op natuurlijk) een 300 tal meter out and back. Tot zover de technische details, en dan nu het verslag…

Na IM Nice wachtte me op 16 september nog een laatste uitdaging van het seizoen, IM Wales. En hoewel het herstel van IM nice allesbehalve van een leien dakje liep, viel de laatste 6 weken voor de race uiteindelijk alles beetje bij beetje op zijn plooi. Zelfs het intensievere loopwerk kon eindelijk terug opgepikt worden en met een laatste zware trainingsweek, net voor afreis naar Wales, voelde ik me letterlijk klaar om het seizoen af te sluiten. Naast het werk en het gezin, ook nog eens twee IM wedstrijden voorbereiden op één seizoen is echt geen lachtertje, dus ik keek er dan ook naar uit om nadien de riem er eindelijk af te leggen.

De laatste fiets en off-bike looptraining was zeer pittig en vormde de final touch voor een flink gekruide trainingsweek. Special thanks hiervoor aan Philip C. die ons haast op zijn eentje (Bruno DD niet te na gesproken natuurlijk) de volledige 80 km meetroonde op een onuitgegeven Buslot toertocht, annex 3MD tijdrit, crazy suffering style, oeh-oeh-oeh-oeh-iew. Het herinnerde er me net op tijd aan wat hard rijden is. De afsluitende 10K run aan een hard en vlak tempo deed daarbovenop de benen nog een laatste keer extra pijn. Effe de twijfel nadien maar 1 blik op de afgewerkte trainingen die week, ontdeed me zeer snel hiervan. Na 25 uur geselwerk is het immers onmogelijk sterk voor de dag te komen…rust was het enige dat nu nog telde.

Donderdagmorgen, dag van de afreis naar het onbekende. En het moet gezegd, Wales is echt wel  verrassend. Woest en lelijk bij momenten, met steden die grijs en grauw in een ruw kustlandschap lijken te zijn gesmeten, maar evenzeer met elfen- en trollenwouden waar de Gouw van the LOR zich wel eens zou kunnen bevinden. Met woorden op wegen en borden geschreven die de verbeelding op hol doen slaan.  Croeso i Gymru…. (Welcome to Wales).

Hotel Hildebrand was niet alleen een voltreffer wat betreft zijn ligging en verzorgdheid, ook de gastvrouw was op zijn minst gezegd boeiend. Als je ooit besluit naar Tenby te gaan, kan ik je een verblijf daar alvast warm aanraden. ’s Avonds nog losgelopen op het loopparkoers voor een eerste goede loopindruk. Vrijdagmorgen met de auto de 2 verschillende fietslussen verkend. Na een halfuurtje loszwemmen in de namiddag, besloten om de kleine lus die we twee keer zouden moeten uitfietsen, toch ook eens met de fiets te verkennen. Na 2u20 en 70km stond ik terug, onderweg ontdaan van een litertje vocht  en een gans pak vertrouwen in een succesvolle afloop. Onmogelijk te zeggen waar precies ik dat verloren ben, of het nu in de eerste 15 km rolling hills was met een genadeloze wind op kop, of eerder in de lastige weg omhoog naar Templeton en Narbeth of aan de triple mur de Sandersfoot met zijn korte nijdige 16% klimmetjes was….Ik kon het me met de beste wil niet inbeelden dat ik deze kwelling tweemaal diende af te malen en dan nog liefst aan een flink stuk hogere snelheid. De eerlijkheid gebiedt me te bekennen dat ik met hoop naar Tenby was afgereisd, hoop op een glansprestatie en zelfs hoop op een ticket naar Hawaii. Na de eerste (diepe) ontgoocheling kwam echter het besef dat het eigenlijk nog zo slecht niet was om alle hoop te laten varen daar waar ik nu was binnengetreden. Als je immers alle verwachtingen achter je hebt gelaten, kan je bevrijdt van alle stress de strijd met jezelf des te feller aangaan. Geen plaats of tijd nog van tel, enkel  jezelf, start en finish. Dank aan het thuisfront voor de peptalk en het luisterend oor en de sms met het juiste woord.

Nu, bij je derde IM heb je de basics hiervan onderhand wel onder de knie. De voeding voor en tijdens de wedstrijd. Smaken en ingredienten, hoeveelheden en momenten. Het minimum aan beweging daags voordien en het maximum aan slaap en rust. Check! Door de gunstige ligging van het Hildebrand, letterlijk om de hoek van de wissel, pas om 04u30 uit de veren, met de beste pre-wedstrijd nacht ooit achter de rug. Rustig cake en banaantje als ontbijt, met het nodige water weggespoeld. Snel in de kleren en de fiets gaan prepareren met smeerolie voor ketting en wat extra bar in de banden, en voor mezelf de nodige repen en drank. Nadien terug naar de luxe van de nabije warme hotelkamer om het laatste beetje Spordej op te lepelen, beentjes omhoog op bed. 6u stipt naar de walk down richting North Beach en de zwemstart.

Net zoals de vorige 2 IM wedstrijden verkoos ik opnieuw niet warm te zwemmen, niet alleen omdat ik het een onnodige verspilling van energie vind, maar ook omdat het met 12° echt wel chilly aanvoelde en het koude zilte nat me niet echt aangewezen leek om warmer te krijgen. Ik ben er niet van overtuigd dat niet opwarmen het beste is, omdat het dan echt wel een koude, snelle start is voor de (turbo)diesels die we zijn, maar het is wat ik doe en waar ik me goed bij voel, zeker met zo een lange, harde dag in het vooruitzicht. Ik had me rechts gezet in de startzone op het strand omdat de pro’s en de grote massa links kozen. Weeral niet de beste keuze, maar door de korte strek naar de dingy als eerste keerpunt was er een hoop geklop en gestamp te verwachten en hier ben ik ook al niet zo tuk op. Iets langer zwemmen dus en de betere treintjes missen ook wel, maar voor mij is het zwemmen een opwarmertje waar ik geen tijd of plaats najaag maar eerder een gecontroleerde ademhaling en een zuinig verbruik van krachten. De start was woelig maar niet echt klappen gekregen. Het koude water en gestamp deden me echter wel de eerste honderden meters tegen mijn adem aan zwemmen. Effe gedachten ordenen, zwemstijl herbekijken, ademhaling terug in de plooi krijgen en eindelijk goed op weg voor een kleine 4K zwemmen. Eerste ronde verloopt vlekkeloos en ook na de australian exit (heel erg leuk door de aanwezigheid van het publiek) terug mooi in tempo gevallen. Nu echter valt de stroming me pas echt goed op richting eerste grote boei. Bij momenten leek deze eindeloos traag te naderen en bij het ronden van het grote, oranje, drijvende gevaarte word je er echt terug tegenaan gedreven. De daaropvolgende lange strek richting Tenby daarentegen heeft dan weer alle voordelen hiervan en het slot van de zwemproef is heerlijk genieten en ergens zelfs jammer dat het einde in zicht komt, bedenk ik me. Uit het water richting de loopschoenen voor de 1K run naar T1.  Het bukken om de oude loopschoenen aan te trekken doet me effe duizelen, maar snel door naar boven is de boodschap en tussen het enthousiaste publiek door gaat het hierna verder richting fiets. Daar pas wetsuit uit en klaar voor de 180K fietspret.

De eerste lus brengt je door een glooiend stuk landschap, leeg geblazen door een niet aflatende wind, tot aan het gehucht Angle, het uiterste zuidwestelijke puntje van Pembrokeshire. Angle ronden en terug richting Pembroke, wind mee, eerder dalend dan stijgend maar wel de kortste weg erheen. Na Pembroke vatten we de tweede lus aan die we twee keer zullen moeten afleggen. De kale weiden worden nu bossen en hagen, de rolling hills echte kuitenbijters die de benen geen ziertje rust gunnen. Maar het tempo van het pack waarin ik me bevind, voelt goed en snel aan en met bijna 34 km/u gemiddeld beginnen we in Lamphey aan de weg omhoog, via de ridgeway voorbijTempleton naar Narbeth. Niet gelijkmatig omhoog maar met kortere, nijdige klimmen en dito afdalingen. De eerste maal in Narbeth betekent tevens halfweg de bike leg. Een korte blik leert me dat ik 2u45 onderweg ben. Onder de 6u fietsen is zelfs met een zwakke tweede helft absoluut haalbaar, flitst me door het hoofd en dit geeft me een grote geruststelling voor de rest van het fietsen. Eens Narbeth voorbij treft het me dat de meeste vertrouwde gezichten niet meer terug komen na het zoveelste haasje-over en steeds leger wordt de weg voor én achter mij naar Sandersfoot waar 3 heartbreak hills ons opwachten. De eerste 16% klim net voor Sandersfoot vertrekt vanuit een idyllisch, romantisch strand, met een korte slingerende afdaling naar een tweede klim, iets minder steil wel. Na een korte, gevaarlijke, 17% afdaling duiken we Sandersfoot binnen en direkt de derde benendoder op. Steil omhoog, een stukje vals plat om dan opnieuw in drie kuienbijtende trappen net boven Tenby uit te komen. De afdaling naar Tenby geeft eindelijk een goede 5K rust aan de benen, maar veel te snel is de tweede keer de kleine lus daar al om aan te snijden. Volstrekt alleen rij ik Tenby weer uit en voel hoezeer de wind is aangetrokken vanuit het zuidwesten waarheen ik aan het rijden ben. Iets verderop krijg ik het gezelschap van een Oostenrijker die ik een 50m voor mij laat uit rijden. Ik heb geen zin om aan te pikken en verkies binnen mijn eigen ‘comfortzone’ te blijven, beducht om mezelf leeg te rijden tegen een altijd winnende wind. En de wind geselt, zelfs zo erg dat, I kidd you not, de Oostenrijker afstapt om de voorrem na te kijken en te controleren of hij toch echt geen leegloper heeft. We  kunnen er allebei nog om lachen. En hoewel het tempo, in Lamphey aangekomen, is teruggevallen tot een 32km/u gemiddeld, voel ik dat het goed zit. De benen zijn zeker nog niet leeg gereden en het vertrouwen in een erg goede fietsproef neemt nog toe op weg naar Narbeth. Ik zie steeds nadrukkelijker 5u40 voor me uit en besluit dit dan ook niet meer uit handen te geven. Flink schakelen is al de gehele fietsproef de boodschap geweest en op hetzelfde elan verder gaand, duik ik Sandersfoot een laatste maal binnen. De allerlaatste, 3-traps klim rij ik dan ook zonder forceren omhoog met het begin van de marathon zo dichtbij.

T2 binnen en een voor mij zeer vlotte wissel, ook en vooral dankzij de hulp van een plaatselijke persoonlijke assistente. Geen zorgen om alles in de zak te proppen, netjes aangereikt wat aan en mee moet. Nog net mijn vaste, en naar goede gewoonte, enige sanitaire stop en weg voor 42K op en af. Ik voel direkt dat er geen ziertje pijn zit in de spieren die ik de komende 3 uur nodig ga hebben en loop aan 4’/km naar het begin van de helling, Tenby uit. Ik ben dan ook licht verbaasd als ik haast onmiddellijk koud wordt gepakt door een ongetwijfeld lokale held, afgaande op de cheers van het publiek. Maar de weg omhoog toont me dat dit slechts een schijnvertoning is. Echt uitlopen zit er voor johnny local niet in en ik hou hem met gemak binnen de 50 meter. Boven gekomen zijn er twee keerpunten en bij het 2de, net halfweg de 10K loopronde, krijgen we de bandjes aangereikt die ons vertellen wie in welke ronde zit. Geel, groen, blauw en tenslotte roos.

Bergop valt het tempo terug maar het omgekeerde is waar voor de terugkeer naar het stadje. Vlot en makkelijk, voor velen zo te zien. En hoewel het lopen in en rond Tenby mij meer kwelt dan de lange klim weg uit de stad, zitten de eerste twee ronden er snel op naar mijn gevoel. Slechts enkelen zijn mij voorbijgestormd, maar op het einde van de tweede ronde stel ik met plezier vast dat de lokale held er aan moet met het tempo dat gelopen wordt en ook de anderen voor mij zie ik aan de keerpunten steeds op dezelfde hoogte terug, niet zo heel ver voor mij uit. De derde ronde is zoals steeds de kwaadste voor mij. Nog net te ver om al aan het aftellen te beginnen en de laatste reserves aan te spreken. Op weg naar boven merk ik al te goed dat ik het wat laat hangen. Maar ik weet dat het nog niet op is in de benen en neem me voor dat ik enkel deze ronde en enkel de weg omhoog wat speling mag en wil geven. Het weer en de temperatuur maakt het er ondertussen voor mij alleen maar beter op. Niet al te veel last van de wind door de huizen en de begroeiing en een miezerregen die verkoeling en verfrissing brengt, voor zover nodig bij een perfekte 16/°17° celsius. Meer moet dat voor mij niet zijn en afgaande op de vele snelle looptijden, voor nog verschillende bikkels onder ons. De vierde keer omhoog doet pijn maar weten dat het de laatste keer is, verzacht de bitttere pil. Bij het eerste keerpunt van deze laatste ronde echter zie ik dat een van de atleten waarvan ik vermoedde dat hij ook tot mijn Age Group behoort, niet meer een dikke 5 min voor mij uit loopt maar compleet leeg en verkrampt aan het stappen is gegaan en een andere wiens tempo sterk terugvalt. Ik ben er zeker van dat ik hem nog ga oprapen. Ik keer en haal snel de eerste bij. Iets verderop, bij het tweede keerpunt, zie ik me sterk genaderd op de andere voor mij, maar eens het keerpunt om, zie ik verschillende atleten achter mij me met net dezelfde blik aankijken als ik mijn twee voorgangers. ‘Het is voor de knikkers nu’ schiet me door het hoofd en ik besluit het tempo echt gevoelig op te trekken en geholpen door het landschap, race ik me een weg naar beneden. Halverwege, naar beneden, net voor bij de voorlaatste bevoorrading, sluit ik aan bij mijn voorganger en wanneer ik zie dat hij hier effe stopt voor een hap je en een drankje, is dit voor mij hét teken om te verdapperen, in volle vaart een cola meegrissend. Mijn eigen persoonljke Iron War 🙂 Ik hoor hoe hij aanpikt met een zware looptred en ademhaling en krijg vleugels. Die gaat wel voor de bijl en iets verderop hoor ik hoe hij dan ook moet lossen. Ik loop vlotjes het kleine stukje omhoog, richting Tenby en draai links op, het laatste stukje out and back. Net dan word ik zelf bijgehaald. Ik moet en zal aanpikken en slaag er in om op een goede 5 meter te volgen. Het gaat hard, heel hard, 4’/km of zelfs sneller en dit na bijna 40 km lopen. ‘Minder dan 3km tot de finish, op en af door Tenby  en aan de finish zien we wel wie het haalt’ bedenk ik mij. Maar het steile stuk naar beneden, langs de zee, richting kasteel, besluit hier anders over. Dit doet pijn en ik vrees ervoor dat de benen de klappen niet aankunnen. Ik moet hem wel laten gaan. Bochtje om, weer omhoog en opnieuw haalt iemand mij bij, mét roze band om. Bijna niemand zien voorbij komen in 40km en nu 2 man op een dikke km. Wat een opdoffer, maar ik besluit om het hoofd niet te laten zakken en het tempo er toch in te houden, zo ver voor mij uit zie ik die twee nu ook weer niet lopen. 2 straten verder, letterlijk 2 bochten voor de finish, bij het passeren van een pub, hoor ik tussen de aanmoedigingen door ‘watch your back’ roepen. No way dat er nu nog iemand mij voorbij zal gaan en met een ruk loop ik een eind onder de 4’/km. Met zicht op de rode loper haal ik alles uit de kast en ik storm op de meet af. Ik weet me gewonnen en de laatste flauwe bocht toont de aankomstboog en de klok. 9u48! Ik kan het haast niet geloven! De volledige marathon heb ik nooit één oog geworpen op de looptijd, laat staan dat ik me een idee gevormd had over mijn eindtijd. Dit is mijn ticket richting Kona, flitst me nog door het hoofd en de laatste meters zijn één grote euforie. Na de finish, hoor ik nog van Caroline, de vrouw van Jan N. dat ik wel erg vooraan geeindigd ben en dat ik het super gedaan heb, maar de koude is nu wel rap daar en ik besluit snel naar binnen te gaan en het thuisfront te bellen. 9u48 was al bijna niet te geloven, maar wanneer ik aan telefoon verneem dat ik 39ste ben geworden én daarbovenop 2de in mijn AG, kan ik het helemaal niet meer bevatten. Dit is écht niet écht! De volgende dag echter maakt de slot allocation en de roll down, de awards ceremony met AG podium en de bijhorende IM-trofee het plaatje en de droom compleet.

Dit was echt een super moment in mijn leven en zoals het hoort, zijn er steeds mensen die je daar dankbaar voor moet en wilt zijn. In de eerste plaats mijn vrouw, Caroline, die me steunt en mijn passie voor deze sport (zo goed mogelijk) probeert te begrijpen. Coach Loïc voor zijn kennis, ervaring en schema’s die me dit jaar sterker hebben gemaakt. En tenslotte de vrienden die me de moed gaven om nooit op te geven en hard te trainen voor dat wat je wil bereiken. Het is een bijzonder jaar geweest voor mij en ik ben er zeker van dat ik dit altijd zal koesteren. Bedankt allemaal.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s